1 Schil de appels en snij ze elk in 4 stukken. Snij met een scherp mesje de klokhuizen eruit. Snij de 4 stukken nog wat kleiner. Doe de stukjes in een pan.
2 Snij de abrikozen in kleine stukjes en doe ze bij de appels.
3 Doe de boter, suiker en de kaneel erbij. Doe er 2 el water bij en roer alles door elkaar. Zet de pan op laag vuur en breng de appels langzaam aan de kook.
4 Doe het deksel op de pan en laat de appels ongeveer 5 minuten op laag vuur staan tot ze zacht worden. Roer er 1 keer voorzichtig in; niet te hard, want voor je het weet word je appelprut (volwassenen noemen dit appelcompote) een soort van appelmoes. Serveer de appelprut lauwwarm of koud bij de patat.