1 Smelt de boter. Meng de boter en suiker in een kom en klop de eieren erdoor. Kneed de kaneel, bloem en het zout erdoor. Verpak het deeg in vershoudfolie en laat 10 min. in de koelkast rusten.
2 Verwarm de oven voor op 200 °C. Bestuif het werkblad en de deegroller met wat bloem en rol het deeg uit tot ½ cm dik. Steek er met de koekvormpjes figuurtjes uit. Leg de koekjes op een met bakpapier beklede bakplaat en bak de koekjes in de oven in ca. 10 min. goudbruin en gaar. Laat 10 min. afkoelen.
3 Roer 2 el water door 200 g poedersuiker, zodat er een dikke stroperige suikerpasta ontstaat. Bestrijk de koekjes met behulp van 2 theelepels met een dikke laag glazuur. Laat in ca. 20 min hard worden.
4 Roer 1 tl water met de rest van de poedersuiker, zodat een dikke stroperige suikerpasta ontstaat. Voeg de cacaopoeder toe en roer door de rest van het glazuur.
5 Vul een cornetje (spuitzakje) met het chocoladeglazuur en versier de koekjes.
24 
20 min
