Citroentaart

Bereiding

De bladerdeegplakjes in ± 5 minten laten ontdooien. De vorm invetten. Het aanrecht met 1 eetlepel bloem bestuiven, de bladerdeegplakjes op elkaar leggen en uitrollen tot een ronde plak van ± 30 cm. De vorm met het deeg bekleden, de bodem met een vork inprikken en het deeg in de koelkast ± 30 minuten laten rusten. Intussen de citroenen onder koud stromend water goed schoonboenen, de schil eraf raspen en ze uitpersen. De oven voor verwarmen op 225°C of gasovenstand 5 en de taarbodem in het midden van de oven in ± 10 minuten bakken. De bodem uit de oven nemen en ± 5 minuten laten afkoelen. De oven terug schakelen naar 200°C of gasovenstand

4. Intussen de eieren splitsen. In een kom de eierdooiers met de suiker en de rest van de bloem door elkaar kloppen. In een pan de melk aan de kook brengen. De pan van het vuur nemen en de warme melk scheutje voor scheutje door het eiermengsel roeren. Citroenrasp en -sap erdoor roeren. Het mengsel terugdoen in de pan en op laag vuur al roerend verwarmen tot het mengsel dik gebonden is. De crème in de taartbodem schenken. De taart in het midden van de oven ± 20 minuten bakken. Intussen de helft van de eiwitten stijfkloppen (de rest wordt niet gebruikt) en dit over de taart uitstrijken. De taart weer terugzetten in de oven en het eiwit in ± 5 minuten bruin laten kleuren. De taart uit de oven nemen en in de vorm laten afkoelen.