Eerst de gebroken deeg bereiden, dan het deeg verdelen over een taartplaat met een geribde hoge rand. De rijst langzaam laten koken in de melk, waarin een 1/2 stokje vanille is. Niet het snuifje zout vergeten, dit is onontbeerlijk voor elk zoet nagerecht. Van het vuur nemen, 300 gr suiker bijvoegen. Bereid afzonderlijk 1/2 l patisseriecreme met 3 eidooiers, het wit wordt geklopt tot vaste sneeuw. Voeg bij de rijst enkel geweekte bitterkoekjes, de patiseriecreme en vervolgens het tot sneeuw geklopte eiwit; voorzichtig met een houten lepel van onder naar boven mengen. De rijst is nu klaar om de bodem van de gebroken deeg te vullen. De taart gedurende 1/2 uur in een half warme oven zetten. De korst moet dan gebruind zijn en de rijst een weinig gestegen. De taart op een rooster schuiven om te laten afkoelen.