Wildsoep met gehaktballetjes

Bereiding

Giet de bouillon in een pan en verhit hem op laag vuur. Doe het gehakt en vetspek in een grote kom en kneed goed met uw handen. Pel de sjalot en snipper hem zeer fijn. Pel de teen knoflook en hak hem heel fijn. Verhit de boter in een kleine koekenpan op matig vuur en fruit er de sjalot en knoflook circa 5 minuten in tot ze volledig gaar, maar niet bruin zijn. Schep ze met een schuimspaan uit de boter en schep ze door het gehaktmengsel. Schep er dan de peterselie en het broodkruim door en breng op smaak met zout en wat peper. Neem een stukje van het mengsel, rol het tot een balletje en bak in de kleine koekenpan. Proef of er genoeg zout en peper in zit. Misschien moet u dit een tweede keer doen. Vorm het mengsel tot ongeveer 42 balletjes. Breng een pan gezouten water aan de kook. Draai het vuur lager zodat het water net suddert en pocheer er de balletjes in porties circa 5 minuten in. Schep ze met een schuimspaan uit het water en houd ze zo nodig warm in een lauwe oven. Snijd de dikke nerven uit de savooiekool en snijd het blad in repen van circa 1 cm bred en 4 cm lang. Pocheer ze in 2 tot 3 minuten bijtgaar in een schone pan met gezouten water. Verdeel de balletjes en de repen kool over zes soepborden. Schep er de bouillon over, garneer met ringetjes lente-ui en dien op.