Breng het gehakt zonodig op smaak met peper en zout. Snij de witlofstronken middendoor. Plooi elke helft wat open en vul met een deel van het gehakt. Wikkel er een sneetje gerookt spek rond en sluit het goed aan, met de uiteinden aan de onderkant zodat de witloofstronken hun vorm behouden. Maak zo 8 gevulde stronken en schik ze naast elkaar in een ovenschotel. Voeg tijm en laurier toe en giet er de geuze over. Laat afgedekt in de voorverwarmde oven op 180°C gedurende 35 tot 40 minuten garen. Schik de wittloofstronken op een schotel en houd ze warm. Giet het braadvocht door een zeef in een kookpan en schep wat van het bovendrijvende vet weg. Breng het braadvocht aan de kook met een halve eetlepel zachte mosterd en bind met de maïzena. Schik op elk bord twee gevulde witloofstronken en geef de saus er apart bij. Serveer met aardappelpuree of gekookte bloemige aardappelen.