Het meel op een plank uitschudden Midden in de meelberg een kuiltje maken en daarin de tot een romige massa gesmolten margarine gieten. Het deeg bewerken, terwijl men er de twee soorten suiker, de vanillesuiker, het zout, de eieren, de kaneel en de melk aan toevoegt. Het deeg moet bewerkt worden tot het stevig en vast is en degelijk gemengd. Men laat het deeg twee tot drie uur rusten op een koele plaats en verdeelt dan de massa in rolletjes van ongeveer 15 g. Van deze rolletjes langwerpige staafjes maken en in het voorverwarmde en met margarine besmeerde galettenijzer bakken