200 gm boter 550 gm bloem + bloem voor het uitrollen 1 zout 1 losgeklopt eiwit 1 frituurolie of -vet 1 deegpers (groot model) Smelt de boter. Zeef boven een kom de bloem en 2 theelepels zout. Maak in het midden een kuiltje en schenk de gesmolten boter daarin. Voeg scheutje voor scheutje ca. 1 dl lauw water toe. Kneed dit tot een soepel deeg. Voeg eventueel nog water toe als het deeg te droog is. Verpak het deeg in plasticfolie en laat het ca. 30 minuten rusten. Maak intussen een vulling (zie recepten). Kneed het deeg nogmaals door en verdeel het in 12 gelijke stukken. Vorm hiervan 12 balletjes. Bestuif het aanrecht en de deegroller met bloem. Rol de balletjes uit tot dunne cirkels ter grootte van de deegpers. Leg een deeglapje op de deegpers. Doe twee volle eetlepels vulling in het midden van de cirkel in de uitsparing van de deegpers. Bestrijk de randen met eiwit. Klap de pers dicht en druk hem stevig aan. Haal de empanada voorzichtig uit de pers. Maak op dezelfde wijze nog 11 empanada's. Verhit frituurolie/-vet tot er witte damp ontstaat (175 èC). Bekleed een vergiet met keukenpapier. Frituur de empanada in ca. 3 minuten goudbruin en laat ze in de vergiet uitdruipen. U kunt de empanada's van tevoren maken en, niet gefrituurd, verpakt in plas- tic folie, invriezen (ca. 2 maanden bewaren). U kunt ze niet ontdooid in ca. 10 minuten goudbruin frituren.