- Zet deeg dat moet rijzen, niet op of naast de verwarming, want dan wordt het te droog en rijst het te snel. - Brooddeeg vlechten vereist wat handigheid. De deegrollen moeten even dik zijn en ongeveer even lang. Om te voorkomen dat de strengen tijdens het vlechten aan elkaar gaan plakken, kunt u ze van tevoren licht met bloem bestuiven. - Laat de vlecht narijzen. Zet de vlecht niet op een warme plek, anders kan hij zijn vorm verliezen. Zorg er wel voor, dat de plek tochtvrij is. - Iedere oven is anders. De aangegeven baktijden zijn daarom altijd slechts een richtlijn. Houd het brood tijdens het bakken goed in de gaten, zeker nadat de helft van de aangegeven baktijd om is. "},"recipeYield":"1 "}
1 pak witbroodmix 3 eetlepels kristalsuiker 25 gm boter 3 stevige appels 1 1/2 eetlepels citroensap 150 studentenhaver 75 gm gedroogde abrikozen 1/2 eetl kaneelpoeder 2 eetlepels schenkstroop 2 eetlepels gele basterdsuiker 1 ei Roer het broodmix met de kristalsuiker door 3 dl handwarm water (ca. 40 g C), voeg de boter toe en kneed tot een soepel deeg. Laat het deeg, afgedekt met huishoudfolie, 10 minuten rijzen. Kneed het deeg nogmaals door en laat het # 15 minuten rijzen. Verwarm de oven voor op 200g C. Schil intussen de appels, verwijder de klokhuizen en snijd het vruchtvlees in dunne partjes. Schep de appelpartjes met het citroensap, de studentenhaver, de abrikozen, het kaneelpoeder, de Golden Syrup en de basterdsuiker door elkaar. Rol 1/5 deel van het deeg uit tot een dunne ovale lap. Verdeel de rest van het deeg in 3 gelijke porties en rol die uit tot dunne strengen, zo lang als de omtrek van de ovale lap. Vorm een vlecht van de strengen en verbind de uiteinden. Maak de randen van de ovale lap met water vochtig en plak de vlecht op de rand ervan, zodat in het midden een holte ontstaat. Vul de holte met het appelmengsel en laat het brooddeeg op een met bakpapier bekleed rooster, afgedekt met huishoudfolie, ca. 35 minuten rijzen. Bestrijk de vlecht met losgeklopt ei en bak het brood in ca. 25 minuten lichtbruin en gaar. Tips - Brooddeeg moet stevig en soepel zijn. Is het deeg nog een beetje plakkerig, voeg dan nog een eetlepel bloem toe. Is het deeg te droog, maak dan uw handen met wat lauw water nat en kneed het deeg nogmaals door. Herhaal dit eventueel. - Zet deeg dat moet rijzen, niet op of naast de verwarming, want dan wordt het te droog en rijst het te snel. - Brooddeeg vlechten vereist wat handigheid. De deegrollen moeten even dik zijn en ongeveer even lang. Om te voorkomen dat de strengen tijdens het vlechten aan elkaar gaan plakken, kunt u ze van tevoren licht met bloem bestuiven. - Laat de vlecht narijzen. Zet de vlecht niet op een warme plek, anders kan hij zijn vorm verliezen. Zorg er wel voor, dat de plek tochtvrij is. - Iedere oven is anders. De aangegeven baktijden zijn daarom altijd slechts een richtlijn. Houd het brood tijdens het bakken goed in de gaten, zeker nadat de helft van de aangegeven baktijd om is.