6 plakjes roomboterbladerdeeg (diepvries) 2 eetlepels abrikozenjam 4 kleine iets zoete appels 2 eetlepels suiker 1 theelepel kaneel 1 ei De bladerdeegplakjes net laten ontdooien op een koek ondergrond, op elkaar leggen, uitrollen tot een dunne lap en er 4 vierkanten van 15 bij 15 cm uit snijden. Deze dun met de jam bestrijken. Van de restjes versieringen snijden, zoals blaadjes of lintjes voor een strik. De geschilde appels boren en op de deegvierkanten zetten. Twee eetlepels suiker vermengen met de kaneel en hiermee de holtes vullen. Het deeg om de appels vouwen, met water vastplakken en met de naadjes naar onder op een natgemaakte bakplaat zetten, de versieringen erop plakken en 10 minuten laten opstijven. Met losgeklopt ei bestrijken en de bollen in een zeer hete oven (240 øC) in ñ 20 minuten goudbruin bakken. Warm serveren.