600 gm bakkersbloem 1/2 theelepel zout 300 gm boter 6 gm instant gist (zakje) 85 gm fijne witte suiker 175 deciliter lauw water 2 eieren losgeroerd 1 eiwit, losgeroerd om te glaceren ----Voor de garnering:---- 175 gm poedersuiker 1 theelepel citroenrasp 1 bigarreaux of amandelsnipper Zeef de bloem met het zout. Snijd 50 gr boter in vlokjes en wrijf ze door de bloem. Roer er de gist en suiker door. Voeg het water en de eieren toe en roer tot een zacht deeg. Kneed 5 minuten tot het glad en elastisch is. Laat het deeg 15 minuten rusten in een plastic zakje in de koelkast. Snijd de resterende boter in 16 plakjes en bewaar ze tot gebruik op een bord in de koelkast. Halveer het deeg. Rol elke halft uit tot een lap van 20 X 40 cm. Leg in het midden van de eerste lap 4 plakjes boter. klap eenderde van het deeg over de boter. Leg hierop weer 4 plakjes boter en klap het andere deel van het deeg erover. Druk stevig aan. Draai het deeg een kwartslag en rol het uit tot een lap van 15 X 40 cm. Klap de uiteinden naar binnen, druk ze aan en herhaal de handeling. Bewerk de tweede deeglap op dezelfde manier. Laat het deeg in een ingevet plastic zakje 30 minuten rusten in de koelkast. Herhaal de hele behandeling van uitrollen en koelen nog 2 keer. De totale rusttijd in de koelkast dient minsten 2 uur te bedragen. Halveer elk stuk deeg en vorm de gewenste gebakjes. Laat ze 20 minuten rijzen op een bakplaat. Verwarm de oven voor op 200 gr. C. Bestrijk de gebakjes met losgeroerd eiwit en bak ze 10 minuten. Draai de oventemperatuur terug tot 180 gr. C en bak ze nog 15 minuten. Laat ze afkoelen en garneer ze met bigarreaux of amandelsnippers. Maak glazuur van poedersuiker en citroensap en besprenkel ze licht. Molentjes: Vermeng 6 el gemalen amandelen met 2 el lemon curd of citroengelei. Rol een kwart van het deeg uit tot een lap van 15 X 30 cm en snijd hiervan 8 vierkantjes van circa 7 cm. Snijd de hoeken schuin in tot 1 cm van het midden. Schep een beetje amandelvulling in het midden. Vorm de molenwieken. Hanekammen: Schil 1 handappel, boor hem uit en snijd hem in ringen. Kook hem tot moes met 1 theelepel citroensap en een klontje boter. Voeg 1 theelepel gemengde specerijen en 25 gr rozijnen toe. Rol een kwart van het deeg uit tot een lap van 15 X 30 cm en snijd hiervan 8 vierkantjes van circa 7 cm. Bestrijk de helft van elk vierkantje met de vulling. Vouw de vierkantjes dubbel. Kerf de rand in als een hanekam en buig het pakketje enigszins. :Energie : 0 kcal :Letzte Aender. : 1