Breng de melk met de citroenschil en het kaneelstokje aan de kook en laat het ca. 10 minuten zachtjes koken. Klop de eierdooiers luchtig in een pannetje met een dikke bodem. Klop de suiker en maïzena erdoor. Roer enkele eetlepels van de gekookte melk door het dooiermengsel, zet de pan op een laag vuur en voeg de rest van de melk er scheutje voor scheutje aan toe. Blijf goed roeren tot de vla gebonden is. De vla mag niet gaan koken. Haal de citroenschil en het kaneelstokje eruit, klop de vla een keer goed door en giet 'm dan in een ingevette bakvorm. Laat de vla afkoelen en zet 'm daarna in de koelkast om op te stijven. Snijd de vla in vierkante stukken en wentel die eerst door het losgelopte ei en daarna door het paneermeel. Frituur de vla-stukken in hete olie, laat ze goed uitlekken en bestuif ze daarna met een mengsel van kaneelpoeder en poedersuiker. Warm serveren.