Zet een pannetje met de rozijnen, water, twee eetlepels suiker en eventueel een theelepel rum-aroma op het vuur en laat een kwartiertje zacht pruttelen. Daarna af laten koelen en lekken in een zeef. Deeg: Kneed de ingrediënten in een kom tot een egaal deeg en zet het 30 min. in de koelkast. Schil nu de appels en maak ze goed schoon. Er mag geen pitje of klokhuisschilletje in zitten! Snijd ze in stukjes van ongeveer 1 cm3 en laat ze minstens een uur marineren in de overige ingrediënten. Beboter de taartvorm en bestuif deze met bloem. Bloemoverschot eruit gooien. Rol twee derde van het deeg uit tot een dikte van ongeveer 1 cm en leg deze in de taartvorm. Roer de rozijnen door het appelmengsel en giet deze dan in de taartvorm. De rest van het deeg gebruik je om de bovenkant met repen te garneren. Besmeer de bovenkant met losgeklopt ei en strooi er kristalsuiker overheen. Zet de taart 1,5 uur in de oven.