Doe de melk in een pan en laat die op zacht vuur lauwwarm worden. Doe de laurierblaadjes erbij en laat dit 10 minuten op zacht vuur staan. Haal dan de laurierblaadjes eruit. Neem een andere grote pan met een dikke bodem en smelt daar de boter in. Roer de bloem bij de boter. Laat de bloem nog een minuutje doorbakken om de bloemsmaak kwijt te raken. Het mag niet bruin worden! Giet nu steeds een beetje melk bij het boter/bloemmengsel. Gebruik een houten lepel en roer goed. Zodra de melk is opgenomen doe je er weer een beetje bij. Ga zo door tot je een mooie, niet te dikke maar ook niet te dunne saus hebt. Strooi de geraspte kaas, de cayennepeper, zwarte peper, wat saus en een klein beetje (!) nootmuskaat in de saus. Ook de mosterd kan er nu door. Proef de saus even. De saus moet echt goed op smaak zijn. Maak vervolgens het mengsel voor het korstje. Meng de geraspte kaas met het broodkruim en het paprikapoeder. Kook de pasta volgens de gebruiksaanwijzing. Als de pasta beetgaar is, doe hem dan gelijk in een ovenschaal. Doe vervolgens de saus er over. Strooi het mengsel van broodkruim en kaas over de pasta en leg hier en daar een klontje boter. Laat alles vervolgens in 25 minuten gaar worden!