Voor de saus roer je de yoghurt met de olijfolie tot een glad mengsel. Voeg zout, peper, knoflook en munt toe en bewaar de saus zolang in de koelkast. Doe de bulgur in een kom en schenk er heet water overheen en laat 20 minuten weken. Maak intussen de vulling; fruit het uitje in een pan en voeg 100 gr gehakt toe. Maak het gehakt met een spatel zo fijn mogelijk. Voeg de kruiden toe en roer goed door. Zet het vuur uit en roer de stukjes amandel er door. Giet de bulgur af in een fijne zeef of in een schone doek. Druk het vocht er met een lepel uit en doe de bulgur in een keukenmachine. Voeg 300 gr gehakt, uitje, peper en zout toe en maak er een egale massa van. Verdeel het mengsel in ongeveer 8 bollen. Mocht het een beetje plakkerig zijn kun je een beetje bloem op je handen doen. Maak de bollen plat en wikkel ze om je wijsvinger. Kneed er een langwerpige bol van en haal je vinger er voorzichtig uit. Vul de holtes met het gehakt en amandelmengsel en maak ze dicht. Verhit de frituurolie op 180 graden en bak ze in porties in 4 minuten goudbruin. Let op dat ze niet al te donker worden. Laat ze uitlekken op keukenpapier. Serveer de kibbeh met de frisse yoghurt-munt saus. Serveer de kibbeh met bijvoorbeeld een lekkere frisse bulgursalade.