Breng de witte wijn met de suiker, kaneelstokjes en de steranijs aan de kook en zet het vuur lager. Halveer het vanillestokje in de lengte, schraap het merg eruit en voeg het merg en de stokje toe aan de witte wijn. Schil de appels en haal met een appelboord het klokhuis eruit. Pocheer de appels (de witte wijn mag niet koken!) circa 25 minuten tot ze helemaal gaar zijn en laat in het kookvocht afkoelen. Laat ze uitlekken en dep droog. Verwarm de oven op 180 ºC. Snijd de bladerdeegplakjes in 5 repen van 2 centimeter breed. Snijd over de breedte repen van circa 2 centimeter. Bedek de appel verticaal met de repen bladerdeeg, zet ze vast in de gaten boven en onder de appel. Zet de appels in een ingevette bakvorm en bestrijk met het eidooiermengsel. Bak de appels in de oven in circa 35 minuten goudbruin en krokant. Kook ondertussen het overgebleven pocheervocht in met de abrikozenjam. Haal de appels uit de oven, bestuif met poedersuiker en serveer met het ingekookte vocht. Garneer de appels met munt. Thema: mooiste taarten