1 Snij de boter in blokjes. Vermeng ze eerst met de suiker (niet te lang, de boter mag niet te zacht worden), daarna met de gezeefde bloem.
2 Kneed met de vingertoppen tot een zanderig deeg. Maak er worstjes van 4 tot 5 cm van. Laat ze, verpakt in plasticfolie, 6 uur opstijven in de koelkast.
3 Snij de worstjes in plakjes van 1 cm dik. Druk ze plat met de hand. Steek met een uitsteekvormpje visjes uit de deegplakjes. Druk in elk visje een pistachenootje als oog.
4 Leg de visjes op bakpapier - niet te dicht bij elkaar - op een grote bakplaat. Bak ze 20 minuten, op 175° C.
5 Maak de koekjes voorzichtig los van het bakpapier en leg ze op een taartrooster. Versieren kan ook: laat chocolade smelten in een warmwaterbad en teken er met een fijn keukenpenseel nog schubben en graten van chocolade op.