1 Meng de bloem in een kom met de boter, de suiker, de eidooiers en een scheutje water.
2 Kneed verder op een met bloem bestoven werkvlak tot een glad en soepel deeg. Wikkel het deeg in plasticfolie en laat 30 minuten rusten in de koelkast.
3 Beboter een springvorm. Rol het deeg uit op een met bloem bestoven werkvlak. Leg het in de bakvorm en druk lichtjes aan. Zet 30 minuten in de koelkast.
4 Schil de appelen, snij ze in vier partjes en verwijder het klokhuis. Kerf de bolle kant om de 3 mm lichtjes in met een mes.
5 Roer voor de amandelvulling de zachte boter romig met de suiker. Voeg een na een de 2 eieren toe en roer glad. Meng er het amandelpoeder en 1el bloem door.
6 Verwarm de oven voor op 180°C. Strijk het amandelmengsel uit over de deegbodem.
7 Druk de appelpartjes met de bolle kant naar boven lichtjes in de vulling. Bak de taart 40 minuten in de oven.
8 Neem de taart uit de oven. Laat even afkoelen in de vorm en verder op een rooster. Verwarm de abrikozenconfituur en kwast er de warme taart mee in. Laat afkoelen.