1 Schil de appelen, verwijder de klokhuizen en snij in dobbelsteentjes.
2 Smeer een bakvorm in met wat boter en bestuif met bloem.
3 Verwarm de oven voor op 180°C.
4 Vermeng de zachtgemaakte boter met de witte en de bruine suiker. Werk er één na één de eieren door.
5 Meng het bakpoeder en een snuifje kaneel door de bloem en strooi door het mengsel boter-suiker-eieren. Voeg de room bij om een zacht, gelijkmatig deeg te bekomen. Meng de appelstukjes door het deeg.
6 Vul de bakvorm met het deeg.
7 Bak de taart in ongeveer 45 minuten in de oven.
8 Dien warm op, eventueel met een bolletje vanilleroomijs.