1 Stort de bloem in een kom. Maak een kuiltje in het midden en giet daarin de karnemelk, de suiker, de gist, de dooiers en de boter. Klop geleidelijk aan tot een homogeen mengsel.
2 Klop de eiwitten op tot stevig schuim en voeg ze voorzichtig aan het mengsel toe.
3 Giet 1 el wafelbeslag op de hete wafelplaat, bak de wafel goudbruin en herhaal dit tot alle beslag op is. Dien de wafels lauw op, met wat cacaopoeder of bloemsuiker.