1 Verwarm de oven voor op 225°C. Breng het water met boter en zout in een grote pan aan de kook en voeg in een keer de bloem toe. Roer flink door tot het deeg van de bodem loslaat. Doe het deeg in een kom en laat enigszins afkoelen. Klop er een voor een de eieren doorheen. Klop het deeg tot het glanzend en zacht is. Bekleed twee bakplaten met bakpapier. Maak met twee theelepels kleine bergjes (circa 36 stuks) op de bakplaten met genoeg tussenruimte. Bak circa 15 à 20 minuten in het midden van de oven. Doe tussentijds de ovendeur niet open anders storten de soesjes in. Laat de soesjes buiten de oven helemaal afkoelen. Klop ondertussen de slagroom stijf met de cacaopoeder, suiker en klopvast poeder. Doe de slagroom in een spuitzak met kleine spuitmond en spuit de soesjes via een gaatje in een dun gedeelte van het deeg vol. Zet ze afgedekt in de koelkast.
2 Laat de witte chocolade au bain-marie smelten. Bestrijk de eerste 10 à 12 soesjes aan de onder- en zijkanten met een beetje chocolade en plak de soesjes in cirkelvorm tegen elkaar op een schaal (de binnenkant van de cirkel heeft een doorsnede van circa 10 cm). Laat deze cirkel uitharden in de koelkast voordat de volgende cirkel erop geplakt kan worden. De volgende cirkel is steeds wat kleiner en de soesjesberg gaat als een soort ronde piramide omhoog. (U kunt als steun een omgekeerd hoog glas in het midden van de cirkel zetten). Laat de soesjesberg afgedekt in de koelkast opstijven. Bestuif de berg vlak voor het serveren met poedersuiker en decoreer met blaadjes, zilverpilletjes en gekleurde snoepjes.