1 Verhit wat olijfolie in de pan en zet het sjalotje aan zonder te kleuren. Voeg de rijst toe en schep voortdurend om totdat elke rijstkorrel glimt. Blus met wijn en laat de de wijn verdampen. Doe zoveel bouillon bij je rijst zodat deze volledig onderstaat. Roer af en toe en voeg opnieuw bouillon toe. Herhaal dit proces zo'n 3 à 4 keer of totdat de rijst romig en al dente is. Breng op smaak met boter, de rest van de olijfolie, peper en zout en roer er op het laatst de lepel room door.
2 Spoel de spinazie en waterkers. (houd 4 toefjes achter )
3 Blancheer 1 minuut, laat uitlekken maar spoel niet koud. Cutter de groente, zeef eventueel voor een nog fijner effect en roer door de risotto.
4 Gebruik van de sint-jakobsschelpen enkel de witte noten en snijd ze in zo dun mogelijke plakjes. Dit gaat het best als ze goed koud zijn.
5 Verdeel de risotto over 4 warme borden, bedek met de rauwe sneetjes sint-jakobsschelp en werk af met krullen van de Parmezaanse kaas. Steek in het midden van de risotto 4 rozetjes waterkers.