1 Boter samen met 100g suiker, ei, bloem en bakpoeder tot een kruimeldeeg verwerken en een half uur laten koelen
2 Ondertussen de appels schillen en in kleine stukken snijden. De appels met de suiker mengen.
3 Het kruimeldeeg halveren. De springvorm invetten.
4 Met de ene helft van het deeg de bodem van de vorm bekleden, de rand met de amandelsnippers bestrooien. De andere helft van het deeg nog eens halveren en met de helft van dit resterende deeg een rol vormen en als rand in de springvorm drukken.
5 De bodem met gemalen amandelen bestrooien en er vervolgens de appels opleggen. Een beetje aandrukken.
6 Met het laatste gedeelte van het deeg op een met bloem bestoven werkoppervlak dunne rolletjes vormen. Deze in roostervorm op het appelmengsel verdelen.
7 Met melk bestrijken en met grofkorrelige suiker bestrooien.