1 Zeef de bloem met de gist en een snuifje zout. Maak in het midden een kuiltje. Strooi er de vanillesuiker en amandelpoeder in. Meng goed.
2 Schenk er in een straaltje het water bij en roer tot een glad beslag. Dek af en laat 45 min. rusten.
3 Schep met een dessertlepel hoopjes van het beslag in de hete frituur (175°C.). Bak de beignets in 3 tot 4 min. goudbruin. Laat ze uitlekken op keukenpapier.
4 Saus:
5 Verwarm op een zacht vuur de honing met 5 cl water, citroensap en de kaneelpoeder. Schenk de lauwe saus over de warme beignets en dien op.