1 Breek de eieren en scheid de eiwitten van de dooiers. De dooiers bewaar je voor een andere bereiding.
2 Weeg de nodige suiker en doe dit samen let de eiwitten in een kookpot.
3 Zet de pot op een zacht vuur en blijf roeren met de garde tot de suiker in het eiwit opgelost is. Laat dit schuimig mengsel zeker niet koken. (max. 60°C) Zet de pot nadien weg van het vuur.
4 Weeg de juiste hoeveelheid geraspte kokosnoot en giet dit bij het mengsel van suiker en eiwitten.
5 Meng alles met de garde tot een egaal beslag.
6 Snij de vanillestok overlangs en schraap er met de een mespunt de zaadjes uit. Meng de zaadjes onder het kokosbeslag.
7 TIP: Bewoar de peulen van de vanillestok in een pot met suiker. Na verloop van tijd zal de suiker veranderen in heerlijke zelfgemaakte vanillesuiker.
8 Rasp de gele schil van de citroen in het beslag. (Het witte deel van de schil gebruik je best niet.) De zeste zal een frisse smaak afgeven.
9 Roer de zeste doorheen het beslag.1
0 Als je de rochers wil bakken, verwarm de oven dan voor op 180°C.1
1 Leg een vel bakpapier (of een siliconenmatje) op de bakplaat. Schep met een soeplepel rotsjes van ongeveer 4 cm diameter op een bakplaat.Maak er puntige hoopjes beslag van.1
2 Bak de kleine ‘rochers’ of kokosrotsjes 10 minuten in de oven van 180°C.