1 Schil de appels, snijd ze in vieren en verwijder het klokhuis. Snijd ze in smalle parten en besprenkel ze onmiddellijk met het citroensap.
2 Doe de wijn, suiker, kruidnagels en het kaneelstokje in een pan en breng alles langzaam aan de kook. Voeg de appels toe en kook ze 10 minuten op laag vuur. Schep de appels met een schuimspaan uit de pan en zet ze weg.
3 Breng de wijn weer aan de kook en laat hem inkoken tot een dikke siroop. Verwijder het kaneelstokje en de kruidnagels. Doe de appelparten weer in de pan, laat ze in de saus afkoelen en serveer.