1 Schil de aardappels. Snijd de aardappels en tomaten in stukjes, de lente-uitjes in ringetjes en de bacon in reepjes.
2 Verhit 1 eetlepel Solo Vloeibaar in een diepe soeppan en wacht tot de grote bellen zijn weggetrokken. Bak hierin de bacon 3 minuten op een hoog vuur. Schep de helft van de bacon uit de pan op een schoteltje en houd het apart. Meng de aardappel, tomaat, soepgroenten en
15 theelepel kerrie met de bacon in de pan. Voeg de bouillon toe, breng aan de kook en laat de soep 20 minuten zachtjes koken.
3 Snijd ondertussen 2 boterhammen in heel kleine blokjes. Besmeer de andere boterhammen met halvarine.
4 Verhit 1 eetlepel Solo Vloeibaar in een pan en strooi de broodblokjes en
05 theelepel kerrie in de pan. Bak de broodblokjes goudbruin. Schep ze op keukenpapier.
5 Pureer de soep met een staafmixer en breng de soep weer aan de kook. Voeg de lente-uiringetjes aan de soep toe en kook ze 2 minuten mee.
6 Verdeel de soep over 4 diepe borden of kommen. Strooi de gebakken broodblokjes en de achtergehouden bacon erover. Geef de boterhammen erbij.