1 Schik 1 van beide plakken bladerdeeg in een taartvorm (28 cm breed, 4 cm hoog). Het bakpapier mag eronder blijven. Prik enkele keren in het deeg met een vork.
2 Smelt 1 eetl boter in een kookpan en doe er het in stukjes gesneden witloof in. Kruid met peper en zout en roer om. Laat afgedekt 10 min sudderen
3 Snij de hesp in fijne reepjes.
4 Klop de eieren. Hou er 2 eetl van opzij voor de afwerking. Meng de geklopte eieren met de gemalen gruyère en de room. Verdeel het witloof over de taart. Verdeel er de reepjes hesp over.
5 Giet het eimengsel over, goed verspreid.
6 Leg de plak bladerdeeg op de taart.
7 Las de naden van boven en onderkant aaneen met wat water en druk goed samen. Snij het overtollige deeg weg.
8 Knip een paar keer in de bovenkant van het deeg met een schaar en strijk het in met het overgehouden geklopt ei.
9 Schuif in de voorverwarmde oven (23¨°C) en laat 40 min bakken.