1 Laat de vis gedeeltelijk ontdooien, kruid met peper en zout en wentel ze in de bloem aan weerszijden. Laat de boter in de pan smelten en bak de filets mooi bruin, besprenkel ondertussen met wat citroensap. Na de braadtijd de filets uit de pan nemen en warm houden. De stukjes van de bodem losmaken of deglaceren met witte wijn, de room toevoegen en de mosterd, het geheel goed mengen en even laten doorkoken. Eventueel binden met boter-bloemmengsel. De filets op een schotel schikken en de saus bijserveren. Opdienen met een rand van aardappelpuree