1 Verwarm de gril voor. Kook de pappardelle in kokend water volgens de aanwijzingen op de verpakking. Gebruik een mespuntje bouillonpoeder in plaats van zout om het kookwater op smaak te brengen. Afgieten.
2 Maak in de tussentijd de champignons schoon. Maak de courgettes schoon en snijd ze in de lengte in 6 lange repen. Snijd de kip in dunne reepjes. Bestrooi de courgetteschijfjes met een beetje bouillonpoeder en bestrijk met een beetje vloeibare margarine. Gril de courgette ongeveer 10 minuten en keer de plakjes regelmatig.
3 Laat in de tussentijd een wok of een grote diepe pan op hoog vuur heet worden. Spuit de rest van de vloeibare margarine in de pan en voeg daarna de kipreepjes toe. Roerbak 4 minuten, voeg dan de helft van de champignons toe en roerbak nog eens 3 minuten. Roer de pesto erdoor, 1 eetlepel kappertjes, 50 ml warm water en 1 theelepel bouillonpoeder.
4 Verdeel de pappardelle over 4 voorverwarmde borden. Schep de geroerbakte kipreepjes in de borden en serveer met de courgette en de pasta. Strooi de rest van de kappertjes over de schotel.