Bereiding

1 Schil de aardappels, snijd ze in vieren en kook ze in een laagje water in ca. 20 min gaar.
2 Bestrooi de karbonaadjes met peper, zout en paprikapoeder. Verhit in een pan 2 eetlepels Solo Vloeibaar. Wacht tot deze mooi bruin wordt, leg het vlees erin en bak om en om bruin. Zet het vuur laag en bak in 10-15 minuten gaar.
3 Pel ondertussen de uien en maak de waspeen schoon. Snijd de uien in stukjes en de worteltjes in dunne plakjes. Hak de veldsla klein.
4 Verhit 2 eetlepels Solo Vloeibaar en bak hierin de ui en wortel met 1 theelepel paprikapoeder, wat zout en peper 5 minuten. Schep geregeld om.
5 Giet de aardappels af en stamp ze fijn. Schep de ezelsoren en het ui-wortelmengsel, erdoor. Voeg
05 eetlepel mosterd en naar smaak peper en zout toe. Laat op een laag vuur nog even goed doorwarmen.
6 Haal de karbonaadjes uit de pan en houd ze warm. Voeg
15 dl water, de jam en de mosterd toe aan het braadvocht. Breng aan de kook.
7 Verdeel de stamppot over 4 borden, leg de karbonaadjes ernaast en schep de jus erover.