1 Smelt de boter in een pan en voeg de schijfjes appel toe. Bak ze in 2 minuten goudbruin.
2 Voeg het sinaasappelsap, de honing, de fijne suiker en de rozijnen toe. Roer op een middelhoog vuur tot de suiker is opgelost en de appels zacht zijn. Doe alles in een kom en laat de appel volledig afkoelen.
3 Bestrooi het deeg met de helft van de gemalen amandelen. Laat de appels goed uitlekken en leg de helft ervan in het midden op het deeg. Bestrooi de appelmengeling met de kaneel. Bestrijk de randen met losgeklopt ei en vouw het deeg dicht. Druk de randen stevig aan.Leg de strudel met de naad naar beneden op de bakplaat. Bestrijk de bovenkant met ei. Bestrooi de strudel met de bruine suiker. Herhaal voor de 2e strudel en bak beide strudels in 20-25 min goudbruin en knapperig. (oven op 200 à 220°)