1 Bekleed de bakplaat met bakpapier en vouw daarbij een opstaand randje van zo'n 2 cm. Klop de eieren met 5 eetlepels heet water, suiker en vanillesuiker in bain marie gedurende 10 minuten, tot het beslag als een lichtgeel lint van de klopper loopt.
2 Neem het beslag uit het waterbad en blijf nog 5 minuten kloppen. Zeef bloem, cacao en zout en klop dit alles er luchtig door. Laat de chocolade in bain marie smelten (mag niet heet worden), klop luchtig door het beslag.
3 Schep het beslag op het bakpapier, strijk het glad en bak het midden in een voorverwarmde oven (180°C) in ongeveer 12 minuten gaar. Bestrooi een vochtige handdoek met suiker, leg deze kant op het deeg, leg daarop het ovenrooster en keer het samen. Besprenkel het bakpapier met water, trek het voorzichtig los, leg op deze kant een doek en rol het deeg met behulp vn de onderste doek op. De bovenste doek rolt mee.
4 Laat het zo afkoelen en rol dan terug. Verwarm de confituur en wrijf door een zeef. Week de gelatineblaadjes in koud water, knijp ze uit en los ze in 2 eetlepels verwarmde room op. Roer deze bereiding bij de rest van de room. Klop de room stijf, voeg suiker toe naar smaak en meng er 6 eetlepels geraspte kokos door.
5 Bestrijk de deeglap met ananasconfituur en een dikke laag room, laat daarbij een rand van 3 cm vrij. Rol de deeglap, beginnend bij de vrijgelaten rand, luchtig op en zet zo minstens een uur koel weg. Bestrooi de rol vlak voor het serveren, royaal met geraspte kokos. Laat voor de saus het vanillestokje 15 minuten in de room trekken, neem het eruit en roer het vanille-extract bij de room.
6 Klop de eierdooiers los met het maïszetmeel en de speculaaskruiden en roer de warme room er in een dun straaltje bij. Laat de saus terug in de pan indikken in bain marie. Laat de saus als roerend afkoelen en serveer bij het gebak.