Rasp de schil van de citroenen, voeg 1/3 van de rasp, 25 gram boter, mespunt kaneel, wat zout, risottorijst toe, aan de melk. Kook de rijst in 20-25 minuten gaar, laat afkoelen. Rasp de schil van de sinaasappels. Meng de ricotta met de rasp, de rest van de suiker, vanillesuiker, rest van de citroenrasp, mespunt kaneel, 4 eieren en 1 eidooier. Roer de afgekoelde risottorijst door het ricottamengsel. Verdeel het deeg in een klein en grote portie. Rol beide porties uit tot ronde lappen. Bekleed de bakvorm, vul met het mengsel en dek het geheel af met de rest van het deeg. Goed aandrukken aan de zijkanten. Bak de taart in het midden van de voorverwarmde oven (180 gr.) in 70-75 minuten goudbruin. Laat afkoelen.