Verhit de olie in een wok of grote koekenpan op hoog vuur. Schep hierin het mosterdzaad circa 1 minuut om, tot het begint op te springen in de pan. Schep de kerrieblaadjes erdoor. Voeg de sjalotten en knoflook toe en schep alles ongeveer 5 minuten om, tot de sjalotten goudbruin zijn. Voeg de kurkuma, koriander en het chilipoeder toe en schep het geheel nog circa 30 seconden om. Voeg de opgeloste santen toe. Breng het currymengsel aan de kook, draai het vuur wat lager en verwarm het mengsel al roerend nog 2 minuten. Draai het vuur op de laagste stand en schep de stukken voorzichtig door de currysaus. Voeg daarna de garnalen toe. Laat alles nog 4-5 minuten zachtjes pruttelen, tot de vis vlokkig is en de garnalen roze kleuren en opkrullen. Voeg de helft van het limoensap toe, proef en voeg eventueel nog wat sap toe. Strooi het limoenraspsel over de curry en serveer de curry met de partjes limoen.