Snijd met een mandoline of een vlijmscherp mes de uien in de lengte in flinterdunne plakken. Zet weg. Laat in een grote, zware steelpan op matig vuur de boter met de olie smelten. Schep er de ui door en leg er het deksel op. Schep af en toe om, voeg de suiker en wat zout en peper toe en laat 25 tot 30 fruiten tot de uien botergaar, goudbruin en licht gekarameliseerd zijn. Giet er de wijn bij. Draai het vuur hoger en laat 8 tot 10 minuten koken tot de wijn voor de helft is ingekookt. Voeg de bouillon en het laurierblad toe. Draai het vuur matig en laat de soep ca. 45 minuten zonder deksel sudderen tot hij donker van kleur en vol van smaak is. U kunt als het vocht te snel verdampt een beetje water toevoegen, het deksel op de pan leggen en verder laten sudderen. Verwarm vlak voor het serveren de oven voor op 200 °C. Schik de sneden brood op een bakplaat en rooster ze onder een keer omdraaien 3 tot 5 minuten per kant in de oven tot ze aan beide kanten goudbruin zijn. Neem ze uit de oven. Verwijder het laurierblad uit de soep en gooi het weg. Schep de uiensoep in vuurvaste soepkommen en zet ze op een bakplaat. Leg een snee toost op elke kom soep en verdeel er de kaas over. Zet 10 tot 15 minuten in de oven tot de kaas gesmolten is en de randen van de toost goudbruin zijn. Neem uit de oven en dien onmiddellijk op. Deze robuuste uiensoep weerspiegelt het wezen van Parijs. De soep werd bekend als het klassieke versterkende hapje dat vroeger `s nachts in zowel grote als kleine bistro`s in de buurt van Les Halles, de voormalige centrale markt, werd geserveerd. U kunt tegenwoordig nog steeds naar de voormalige marktwijk gaan en een kom gegratineerde soep bestellen bij de eerbiedwaardige Au Pied de Cochon, die blijft zorgen voor een stroom nachtvlinders die goed weten waar ze een maaltijd kunnen vinden wanneer de rest van de stad op een oor ligt.