Bladerdeeg in ca. 10 minuten laten ontdooien. Oven voorverwarmen op 200 gr. C. Taartvormpjes invetten en bekleden met het bladerdeeg. Overhangend deeg afsnijden en met een vork gaatjes prikken in de bodem. In het midden van de oven in ca. 20 minuten goudbruin en gaar bakken. Witlof in dunne ringen snijden en ca. 2 minuten koken. Afgieten en met koud water afspoelen tot de witlof koud is. Laten uitlekken. Sjalotje pellen en fijnsnipperen. Ham in dunne reepjes snijden. In een koekepan de boter verhitten. Sjalot ca. 3 minuten zachtjes bakken. Ham ca. 2 minuten meebakken. Van het vuur af de witlof erdoor scheppen. In een kommetje het ei losroeren met koffieroom, zout, peper en paprikapoeder. Kaas erdoor roeren. Witlofmengsel in de bladerdeegbodems scheppen. Eimengsel erover schenken. In het midden van de oven de witloftaartjes in ca. 20 minuten gaar bakken. Uit de oven nemen en de taartjes voorzichtig uit de vormpjes halen. Op 4 bordjes zetten.