Maak de vissen schoon en fileer ze (of laat de visman dat doen en vraag het afval mee). Snijd de wortelen in plakken, het wit van de prei in ringen en hak 3 sjalotjes grof. Doe de groenten samen met het kruidentuiltje en de visafval in een pan en overgiet alles met het bier. Laat 30 min. zachtjes koken en giet dan door een zeef. Snijd de visfilets in niet te kleine stukken en haal ze door de bloem. Hak de resterende sjalotten en fruit ze in een ruime stoofpan in de braadboter. Bak ook de visfilets even mee en overgiet met de bierbouillon. Laat een half uurtje zachtjes pruttelen. Breng op smaak met peper en zout en serveer gloeiend heet, bestrooid met gehakte peterselie.