Doe het meel in een kom en voeg er een snufje zout bij. Voeg beetje bij beetje de santen bij het meel en kneed het tot een soepel deeg. Schaaf of snij de suiker in stukjes. Vul een grote pan met water en breng die aan de kook. Vorm ondertussen van het deeg kleine balletjes ter grootte van een ping pong bal. Duw in elk balletje een kuiltje en verstop dan in het midden een stukje suiker zo groot als een knikker (ca 1 cm).Rol het balletje tot het weer mooi rond is en de suiker niet meer te zien is. Laat de balletjes in het kokende water zakken. Als de balletjes gaar zijn komen ze boven drijven. Haal de gare balletjes uit het water en rol ze door de kokos. Lauw of koud serveren of anders voorzichtig met de hete suiker.