Snij de sjalot in zeer fijne ringen, het witloof in julienne. Stoof beide aan in een flinke klont boter en blus vervolgens met de azijn, blijf roeren. Giet hierbij nu de bouillon, de room en de mosterd en breng al roerend aan de kook, kruidt flink met peper en zout en werk af met wat peterselie.