1 Verwarm de oven voor op 200 °C. Schil de aardappelen en snijd ze in dunne plakjes. Kook in water met zout in 5 min. beetgaar. Giet af en laat afkoelen.
2 Bak het gehakt, de knoflook en de helft van de kruiden 4 min. in een pan met antiaanbaklaag zonder olie of boter. Breng op smaak met peper en zout. Schep het mengsel in de ovenschaal. Verdeel de aardappel- en courgetteplakjes om-en-om en dakpansgewijs over het gehakt.
3 Klop de eieren met de slagroom en peper en zout naar smaak. Schenk over de aardappel en courgette. Verkruimel de kaas erover en bestrooi met de rest van kruiden. Bak de gratin in het midden van de oven in ca. 30 min. goudbruin en gaar.