1 Schil de peren en snij ze elk in 4 stukken. Snij het klokhuis eruit. Doe de stukken peer in een pan. Giet het diksap erover. Giet er dan zoveel water bij dat de peren ruim onder staan. Doe het halve kaneelstokje erbij.
2 Zet de pan op het vuur, breng de peertjes aan de kook. Draai dan meteen het vuur laag. De peren mogen niet hard koken. Zorg ervoor dat het water niet te hard borrelt. Doe het deksel op de pan en stoof de peren gaar en mooi rood. Dat duurt ongeveer 1 1/2 uur.
3 Je kunt de peren warm of koud eten. Een schepje van het kookvocht erover is lekker. Serveer er de patat bij.