1 Verwarm de oven voor op 200 °C. Ontdooi het bladerdeeg. Leg de plakken bladerdeeg op een grote snijplank en snijd gelijke cirkels (per persoon 2 cirkels). Leg de helft van de cirkels op een met bakpapier beklede bakplaat; dit worden de bodems van de ragoutbakjes. Snijd uit de overgebleven cirkels een kleiner rondje zodat je een rand van 1 cm overhoudt.
2 Bestrijk de randen met water en leg op elke bodem een rand. Splits het ei, het eiwit wordt niet gebruikt. Klop de eidooier los en bestrijk het bladerdeeg daarmee. Bak de ragoutbakjes in het midden van de hete oven in ca. 15 min. gaar en goudbruin. Zet de oven uit en de ovendeur open en laat de bakjes nog 15 min. drogen.
3 Snipper de ui, snijd de winterpeen en de prei fijn. Doe de kippenbouten met de ui, winterpeen, prei, foelie, kruidnagel, laurier en de selderij in een pan. Voeg water toe en breng op hoog vuur aan de kook. Laat daarna op de kleinste pit 1 uur zachtjes koken.
4 Zeef de bouillon. Pluk het vlees met twee vorken van de kip. Smelt de boter in een kleine pan met dikke bodem. Zeef de bloem en voeg toe en roer tot er geen klonten meer zijn. Laat op laag vuur 5 min. garen, let erop dat het niet bruin wordt. Laat de roux afkoelen. Warm de bouillon op en schenk de bouillon bij de roux. Breng al roerend aan de kook, let erop dat het niet aanbrandt. Voeg als de saus te dik blijft extra bouillon of water toe. Laat op heel laag vuur 15 min. zachtjes koken, roer af en toe zodat het niet aanbrandt.
5 Breng op smaak met peper en zout en voeg de kip toe. Zet de bakjes op de borden en schep de ragout in de bakjes.
Pasteitje met kipragout is een recept van Albert Heijn