1 Doe de gist en honing in een kom en voeg 200 ml lauw water toe. Laat 3 min. staan tot het gistmengsel begint te schuimen.
2 Meng het meel met 1 el zout in een grote kom. Voeg het gistmengsel en 300 ml lauwwarm water toe. Kneed tot een soepel deeg. Is het te droog, voeg dan extra water toe. Is het te vochtig, voeg dan extra bloem toe. Houd van de pitten elk 1 el achter voor de garnering. Doe de rest bij het deeg. Kneed minimaal 5 min. Vorm een bal en maak er kerven in met een mes. Laat 1 uur rijzen in een afgedekte kom op een warme plaats, tot de bal 2 keer zo groot is.
3 Kneed de lucht uit het deeg en verdeel in 3 gelijke rollen. Vlecht ze tot een langwerpig brood. Leg op een met bakpapier beklede bakplaat. Bestuif met wat bloem en bedek met een schone, vochtige theedoek. Laat nog 1 uur rijzen.
4 Verwarm ondertussen de oven voor op 190 °C. Bestrijk het brood met het ei en bestrooi met de pitten. Bak het brood in het midden van de oven in ca. 40 min. goudbruin en gaar.