1 Rozijnen wassen en goed laten uitlekken. In grote pan ruim water aan de kook brengen. Op bodem van pan omgekeerd bord leggen. In kom boekweitmeel, zelfrijzend bakmeel en zout door elkaar roeren. Al roerend zoveel melk toevoegen dat glad en vrij dik beslag ontstaat, dat nog net van lepel loopt. Rozijnen door beslag scheppen.
2 Beslag in één punt van kussensloop scheppen. Sloop veel hoger dan vulling met elastiek of touw dichtbinden, denk eraan dat volume ongeveer verdubbelt. Zak in kokend water leggen en gerecht in ca. 3 1/2 uur gaar laten worden. Zak regelmatig keren. Als satéprikker er droog uit komt is de Jan gaar. Intussen in pannetje stroop met boter en ca. 1/2 dl water al roerend verwarmen tot mooie saus ontstaat. Zak uit water nemen en even laten uitlekken. Vulling uit zak nemen en op bord leggen, overtollige water wegschenken en Jan in de zak in plakken snijden. Plakken over zes borden verdelen en stroopsaus erover schenken.