1 Rasp de gele schil van de ½ citroen. Snijd de sneetjes brood in vieren. Schil de appels, snijd ze in 4 parten, verwijder het klokhuis en halveer de parten. Verwarm de oven voor op 200 °C. Laat in een koekenpan de boter en suiker smelten, roer regelmatig. Snijd het vanillestokje open en schraap met de punt van een mes het merg eruit. Roer het merg en het vanillestokje door het botermengsel. Smeer de helft over het brood uit en laat de rest nog 5 min. bruisen op matig vuur, tot het botermengsel lichtbruin wordt (= karamelliseren). Roer de appelstukjes en het citroenrasp erdoor en laat het geheel nog ca. 15 min. zachtjes stoven, tot het meeste vocht verdampt is en de appelstukjes goed gaar zijn. Schep af en toe om. Neem het vanillestokje uit de pan. Bekleed de bodem en wand van de vormpjes dakpansgewijs met brood; leg de zijde met het botermengsel onder. Druk goed aan. Verdeel het appel-botermengsel over de vormpjes en druk nogmaals goed aan. Dek de bovenkant af met aluminiumfolie en bak de charlottes ca. 30 min in het midden van de oven, tot het brood goudbruin is. Roer de crème fraîche los met een vork. Neem de vormpjes uit de oven, verwijder de folie en snijd de zijkant van de charlottes los met een mes. Keer om op een bordje en serveer warm, met een royale schep crème fraîche.
Appelcharlotte met crème fraîche is een recept van Albert Heijn