1 Rasp de gele schil van de citroen en pers de vrucht uit. Smelt 50 g boter in een steelpan. Klop de eidooiers met de honing en vanillesuiker lichtgeel en luchtig. Voeg de bloem, melk, de rasp en gesmolten boter toe. Meng tot een glad beslag.
2 Meng 5 el citroensap en 4 el poedersuiker met de ricotta. Bewaar tot gebruik afgedekt in de koelkast.
3 Klop de eiwitten met een mespunt zout stijf in een vetvrije kom, spatel dit door het beslag. Verhit een klontje boter in een koekenpan met antiaanbaklaag. Voeg, zodra de boter niet meer bruist, met een grote opscheplepel het beslag toe en verdeel gelijkmatig over de bodem van de pan. Keer het flensje als het beslag gestold is. Ga door tot het beslag op is; het is voldoende voor 8-10 flensjes. Vouw de flensjes dubbel en vervolgens nog een keer dubbel en verdeel over 4 borden. Bestrooi licht met poedersuiker en serveer met de citroenricotta.