1 Zeef de bloem. Meng 100 g boter, 50 g suiker, het ei en de bloem met de mixer of in de keukenmachine tot een deegbal. Verpak in vershoudfolie en laat minimaal 45 min. in de koelkast rusten.
2 Verwarm de oven voor op 200 ºC. Schil de peren, halveer in de lengte en verwijder het klokhuis. Smelt de rest van de boter en de rest van de suiker in een pan met dikke bodem tot een bruine karamel.
3 Vet de vorm in en schenk de karamel in de vorm (pas op voor de hete karamel!). Leg de peer erin met de bolle kant naar beneden en het smalle uiteinde naar binnen. Rol het deeg uit tot een ronde lap van 1-2 mm dik die iets groter is dan de vorm. Bedek de peer ermee en stop bij de rand goed in.
4 Bak ca. 25 min. in de oven. Laat 5 min. afkoelen. Snijd het vanillestokje open, schraap het merg eruit en meng in een kom met de crème fraîche. Bedek de taart met een bord en keer om. Serveer lauwwarm met de vanillecrème.