1 Breng in een grote soeppan de spliterwten met de knolselderij, de winterpeen, de schouderkarbonades en het zuurkoolspek in de bouillon aan de kook. Draai het vuur laag en kook de soep ca. 45 minuten, of tot de spliterwten gaar zijn en uit elkaar beginnen te vallen. Schep af en toe met een schuimspaan het schuim van de soep en roer met een spatel over de bodem van de pan om eventueel aanbranden te voorkomen. Neem de karbonades en het zuurkoolspek uit de pan en snijd het vlees in stukjes; gooi het bot van de karbonades weg. Doe het vlees met de prei, de selderij en de rookworst terug in de pan. Verwarm de soep nog 15-20 minuten op heel laag vuur. Breng de soep op smaak met peper en zout. Als u de soep te dik vindt, verdun hem dan met wat water of bouillon. Schep de soep in kommen en geef er roggebrood met katenspek bij.