1 Snijd de korstjes van het brood en week het brood in de melk. Snipper de sjalot. Verhit 25 g boter in een koekenpan en fruit de sjalot 6 min. Laat afkoelen.
2 Knijp het brood uit, leg in een kom. Voeg het gehakt en ei, de nootmuskaat, mosterd en sjalot, en peper en zout toe. Kneed tot een samenhangende massa.
3 Verdeel het gehakt in 4 gelijke porties. Vorm er met vochtige handen ronde ballen van. Strooi de bloem op een bord en rol de gehaktballen er snel door.
4 Verhit de rest van de boter in een braadpan en bak de gehaktballen op middelhoog vuur rondom bruin. Zet het vuur laag. Leg voor krokante gehaktballen de deksel schuin op de pan. Draai de gehaktballen zo nu en dan en bedruip ze met boter. Voeg, voor zachte gehaktballen, een scheut water toe en doe de deksel op de pan. Bak de gehaktballen in ca. 30 min. gaar.
5 Neem de gehaktballen uit de pan en houd warm onder aluminiumfolie. Maak de jus: schenk de bouillon in de pan en roer met een houten spatel de aanbaksels los. Serveer de gehaktballen met de jus.